Wie liefheeft verliest haar
stem voor lichaam, spoelt
aan als een drenkelinge
op een ver, vreemd strand
toen je mij vond kon ik
niet meer spreken dus zong
ik mijn liefde met strelende
vingers tot jouw hand
mij losliet en mijn lippen
openscheurden, rood
niet meer te stelpen
hoor, je woont
in mij zoals de zee
in lege schelpen
—
Over Kris Pint
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.