Op woensdag ontvingen we een doos
waarin zich onze toekomst bevond.
Dat was natuurlijk een vergissing, we hadden het direct begrepen.
De fabrikant klonk paniekerig aan de telefoon.
Niet openmaken, wat u ook doet, niet openmaken. Er komt direct
iemand aan om de doos weer op te halen.
We wachtten. We zetten de doos intussen midden in de kamer,
op het kleed. Het was een flinke doos. En zwaar.
We trokken conclusies, dronken thee.
Toen legden we om beurten een oor tegen het karton. Er was,
heel zacht, muziek te horen. Het geluid van kraanvogels
die hoog overvliegen. Geroezemoes. Een stoomtrein,
duidelijk een stoomtrein die vertrok.
Toen er werd aangebeld hadden we juist het plakband doorgesneden.
Er stroomde licht tevoorschijn, als vocht uit een wond.
‘Ik kom de doos ophalen’, schreeuwde iemand
door de brievenbus. ‘Doe open.’
Maar wij stapten voorzichtig de doos in en zagen
dat we mooier dan ooit vergeten zouden wat we
dachten dat ons te wachten stond.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.