Eerst eens luchtig informeren langs perrons, ik hou van treinen,
verdwaal nogal graag, vraag me maar na, vul formulieren in
dat ik er zus en zo uitzag, dit of dat aan.
Ester Naomi Perquin
Wegens logistieke problemen – Ester Naomi Perquin
Op woensdag ontvingen we een doos
waarin zich onze toekomst bevond.
Dat was natuurlijk een vergissing, we hadden het direct begrepen.
De fabrikant klonk paniekerig aan de telefoon.
Raad eens wie we tegenkwamen – Ester Naomi Perquin
Er was toch al met tegenzin, dat bleef je zien, een bankje neergezet.
Hier dan, harde planken naast een boom,
als je zo nodig zitten moet.
Gezocht – Ester Naomi Perquin
Man met grote handen en dito boekenkasten,
bij voorkeur met uitzicht op zee.
Veel gerookt mag er worden en films gekeken
waarvan ik het einde al weet.
Schaderapport – Ester Naomi Perquin
Er is een eendagsgod ontwaakt. Hij kent misschien
zijn eindigheid, zijn eigen haast.
Men geeft elkaar advies en zet zich schrap.
Dit is zijn dag. Zijn kans. De kleine chaos trilt al
in zijn hand, de zweep die suist en straft.
Een of andere hoek – Ester Naomi Perquin
De wereld was één huis, wat straten en de buren. De dagen
gingen traag. Je telde af. Kruiste wensen in de folders aan
alsof je invloed had. Wie de koek krijgt, wie de gard.
Meisjes – Ester Naomi Perquin
Zo handig in hun alledaagse praten
rusten zij aan zij, een rij van jonge huid
en zachte haren in die al te hete zon.
Latere mensen – Ester Naomi Perquin
Ze waren er niet toen de grenzen vielen, toen het vuur ’s nachts,
toen kinderen soldaten werden en je in hun ogen zag
hoeveel marcheren op begraven leek.
Kortom – Ester Naomi Perquin
ik herinner me wel de sneeuw,
de Karelsbrug in Praag, hoe jij –
hoe jij tot op vandaag lacht om
iets dat ik niet zag, wat vlokken
van mijn schouder slaat.
Ongevraagd advies – Perquin, Ester Naomi
Geef het land aan wie het weet te liggen: prachtig
onder zeeniveau, midden in het paradijs.
Geef het de manken, de blinden, de stamelaars
en slissers. De zwijgers.
Geef het de oude man die ’s ochtends vroeg gaat vissen,
alleen om zijn vrouw te ontlopen – wij zijn ook
die man, die vrouw, wij zijn ook die vissen.
Geef het de vrouw die kinderen leert: neem zebra’s te voet,
sla terug als je geslagen wordt, zorg altijd voor je hond.
Geef het wie er weg wil maar het niet kan missen.
Wie blijft. Wie grenzen kent, de scheve gevels
en de aarde. Wie niets van aangepaste prijzen weet
maar wel van actuele waarde. Schrik niet.
Breek het schreeuwen open, kijk: ook daar zitten wij,
schouder aan schouder om het vuur, grommend
en hoopvol. Te wachten. Te staren.
Geef het land aan wie het ternauwernood maar stralend
vast zal houden, geef het wie het amper past.
Kijk verder dan de meest geplakte posters, negeer
de zachtste woorden, de wanen en de lach –
geef je land, je stad, je tijd uit handen.
Maar geef één stem weg.
Nooit de macht.