Ik kijk mijn zoon.
Hij slaapt, ik schrik
En zie: daar ligt mijn vader.
Ik vraag hen wie ik wezen wil
en of ik die al nader.
Zij zwijgen dat ik verder moet.
Boeken zijn onsterfelijke zonen, die hun verwekker uitdagen
Ik kijk mijn zoon.
Hij slaapt, ik schrik
En zie: daar ligt mijn vader.
Ik vraag hen wie ik wezen wil
en of ik die al nader.
Zij zwijgen dat ik verder moet.