Zij lonkte naar mij, zo verscholen.
Haar blik scheen te zeggen: ‘Welaan!’
Ik stond daar op brandende kolen,
En kon toch geen stapje vergaan.
Vertrouw nooit iemand van wie de televisie groter is dan de boekenkast
Zij lonkte naar mij, zo verscholen.
Haar blik scheen te zeggen: ‘Welaan!’
Ik stond daar op brandende kolen,
En kon toch geen stapje vergaan.