Wanneer de herfst komt de opluchting. Men is tot in de grond
vermoeid en leeggegeten, heeft te weids en onverhoeds gebloeid.
Wie luistert beluistert de schrille zang van angst onder koepels
van zomerzon. Het lichaam ligt verdoofd op het zand; wie durft
weet dat hij wacht, op lucht.