Een herfstlied – Anna Enquist

Wanneer de herfst komt de opluchting. Men is tot in de grond
vermoeid en leeggegeten, heeft te weids en onverhoeds gebloeid.
Wie luistert beluistert de schrille zang van angst onder koepels
van zomerzon. Het lichaam ligt verdoofd op het zand; wie durft
weet dat hij wacht, op lucht.

Voor het bevriest, voor sneeuw het bevrorene toedekt, het gekleurde
zijn kleur opgeeft, nu het seizoen van de waarheid. Nooit was het raam
meer raam, nu het toeschuift voor rookworst en lamplicht; nooit
was er onder broek en trui meer besef van huid. Nu eist
het vermolmde zijn windrecht.

De storm mag de bomen bestormen, het bos mag zich vernielen
in regens van bloed en barnsteen. Er komt tijd voor wie tijd is
gekomen, onder slagwind is het meer buiten dan ooit tevoren.
Nu mag de bange wachter tegen de grond te gronde, wordt hij
in aarde genoemd en genomen.

Over Anna Enquist

Share

Ontdek meer van JKleest

Abonneer je om de nieuwste berichten in je inbox te ontvangen.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Ontdek meer van JKleest

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder