Een voor een gingen de dingen op vakantie.
Auto’s groeiden vast aan het asfalt,
winkelcentra raakten leeg.
De dagen van de week losten op.
We leefden verder in maanden
die vervaagden tot seizoenen.
Vertrouw nooit iemand van wie de televisie groter is dan de boekenkast
Een voor een gingen de dingen op vakantie.
Auto’s groeiden vast aan het asfalt,
winkelcentra raakten leeg.
De dagen van de week losten op.
We leefden verder in maanden
die vervaagden tot seizoenen.
Zet de radio uit. Je hoort niets nieuws. De stilte wacht geduldig af.
Vouw de krant dicht. Hij was oud voordat hij werd gedrukt.
Zoek niet, deel niet, duim niet tot je vierkant ziet.
Zet eindelijk het scherm op zwart.
We morrelen aan de deur naar buiten,
we staan niet meer bij voorbaat verloren.
We schaken ieder jaar iets langer door
voordat je grijnst, je benige vinger strekt
en onze koning omtikt.
Ik wil je iets vertellen nu je wakker bent, weer wakker
bent en bungelt in mijn armen, nu ik naar de stilte
en mijn bed sta te verlangen.
Onvermoede boekenleggers:
kassabonnen, kledingmerkjes,
blaadjes uit vergeten herfsten,
pleisters (niet zo’n goed idee),
ganzenveren, bankbiljetten,
nieuwe veters, enveloppen,
vloeitjes, foto’s, tafelzilver,
uitgedroogde plakjes ham,
dubbelzacht toiletpapier,
wikkels van de chocola,
elastiekjes, ezelsoren,
paperclips et cetera.
—
Spijkerbroeken vol met meisjes
zweven wiegend door de wereld.
Als de meisjes zijn gaan slapen –
meisjes slapen zacht en rond-
droomt de stof een blauwdruk
van hun billen op de grond.
Er valt geen sneeuw met kerst, dit jaar.
De weerman had het al verwacht.
Het regent, dat is zonneklaar, ook
in de Stille Nacht. Zo gaat dat hier,
dat weet je toch vooraf. We hebben
geen klimaat, we hebben straf.
Ik ben bang dat iedereen hier is gemonteerd
met zo’n sleuteltje op een grauwe maandag
tot bloedens toe in model geschroefd met
de tekening ondersteboven en achteraf
nogal wat onderdelen over
Vandaag waaide er iets onzichtbaars in mijn oog.
De huisarts spoot fluor op mijn netvlies
om te zien of verder alles in orde was.
Later werd ik aangereden
door een rode Volvo.