Zo’n late namiddag, licht van mist
en druilerig onder de bomen –
haar hand raakt wanneer zij afdaalt naar de rivier
de leuning niet, maar terloops toch
een enkel blad van de zich rond de spijlen
slingerende, welige klimop
misschien neuriet zij ondertussen iets
als Trauriger Sonntag, dat zigeunerstrijkjes vandaag de dag
dikwijls spelen in restaurants
aan de overkant en ruikt de tamme kastanjes
die gepoft worden in de buurt
van de Margarethabrug naar Pest
stilte omgeeft de lanen, de kaden, alsof het innigste
zich met een waas van verlangen
heeft verweven, met bruidssluier, deze
voile van verlatenheid
en waar het water snel en ongeneeslijk flets voorbijstroomt
treedt zij je tegemoet, maak haar haren los
en balanceert op één voet dan om een enkelbandje
te verschikken voor zij haar wandeling
voortzet en daarna al gauw opgaat in het wit –
het besmettelijkste wit dat er is
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.