Die hond en ik. Hij heeft zich
teruggetrokken in zichzelf, en ik
– ik had mijn hand op zijn rug
gelegd, zijn huid rimpelde,
ik had hem aangekeken en hij
keek op in mijn gezicht alsof
hij iets zocht uit mijn mond,
ik had iets gemompeld en
hij legde zich neer, zuchtte
en sliep in –
ik moet iets zijn geweest in
die hand, dat gezicht, die mond,
iets dat ik heb gekend, maar nu
verborgen is in hem, die hond.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.