Inhoudelijk boeiend, hoofdpersoon die in toenemende mate irritatie opwekt
De Zwitser Robert Walser is een bijzonder figuur geweest. Hij heeft weliswaar het gymnasium bezocht maar zijn belangstelling ging vooral uit naar een toekomst als toneelspeler. Dat zat er niet in en zijn leven verliep lange tijd nogal rusteloos. Hij voorzag in zijn levensonderhoud met kantoorbaantjes en als bediende. Met name de opleiding tot die laatste bezigheid is onderwerp van één van zijn bekendste werken, Jakob von Gunten.
Robert Walser heeft in 1905 gedurende een maand een school voor dienstpersoneel bezocht. Daarna heeft hij enkele maanden gewerkt als bediende op een slot. De hoofdpersoon en verteller in de korte roman Jakob von Gunten komt uit een welgestelde familie maar kiest voor een opleiding tot bediende. Hij komt terecht op het instituut Benjamenta, dat is genoemd naar en wordt geleid door deze man van middelbare leeftijd. De lessen worden gegeven door zijn zus. Deze lessen stellen inhoudelijk niets voor en dat is ook precies wat wordt beoogd; de leerlingen worden klaargestoomd voor een nederig bestaan als “dikke ronde nullen”.
Het boek Jakob von Gunten heeft nauwelijks een verhaal. Het belangrijkste dat gebeurt is dat vrijwel alle leerlingen aan een baan worden geholpen door de heer Benjamenta en Jakob niet. Als dan ook nog eens de zus overlijdt nadat zij een stuntelige poging tot het aangaan van een relatie met Jakob heeft zien mislukken is en de twee overgeblevenen het instituut verlaten is daarmee het verhaal wel verteld.
Waarmee worden de krap 150 pagina’s dan gevuld als het verhaal zo beperkt is? Dat is toch nogal wat. Het zijn uitsluitend de gedachten en observaties van Jakob die hij in een soort van dagboek heeft opgetekend. Over wat hij gedurende de lessen meemaakt kan ik het kort houden: dat is niet veel. De lessen hebben niets om het lijf. Het gaat vooral over hoe hij aankijkt tegen zijn medeleerlingen, waarbij ene Kraus de meeste aandacht krijgt, en over de twee Benjamenta’s waarbij de aandacht vooral uitgaat naar de vrouwelijke helft.
Hij beziet hen met een afstandelijke minachting. Hij neemt hen nauwelijks serieus, beschrijft hun gedragingen met een zekere humoristische superioriteit, kijkt op ze neer en hij zoekt geen toenadering, integendeel. Als mensen te dichtbij komen zorgt hij er wel voor dat de afstand weer groter wordt. Het is een gemakkelijke positie. Hij is alleen, heeft niemand om rekening mee te hoeven houden en wat misschien nog wel belangrijker is: hij kan niet falen in zijn menselijke contacten, simpelweg omdat die er niet zijn. De enige persoon met wie hij een min of meer normale band onderhoudt is zijn broer.
Jakob lijkt er ook helemaal niet mee te zitten dat hem een nederige toekomst wacht, mits hij aan een betrekking wordt geholpen. Dat het daar niet van komt is daartoe niet van belang. Het lijkt erop dat hij liever een onbetekenende rol heeft dan dat hij het succes van zijn ouders wil evenaren of overtreffen.
Dat roept een ambivalent beeld op. Enerzijds kun je van mening zijn dat Jakob een arrogante en karakterloze luiwammes is, liever lui dan moe, liever risicomijdend dan op zoek naar uitdagingen. Anderzijds zou er een diepere angst aan ten grondslag kunnen liggen. De angst om te falen, beroepsmatig en in sociale zin. Misschien kan hij het helemaal niet aan om te leven als anderen en is het nemen van afstand, de behoefte aan een nederige toekomst, precies hetgeen hij nodig heeft om het leven te kunnen volhouden.
Jakob von Gunten zou je kunnen lezen als een existentialistische zoektocht. Je zou het kunnen lezen als een ironische reactie op de tijdgeest van industrialisering en de bijbehorende gevolgen. Of op allerlei andere manieren. Robert Walser laat het open, de lezer moet er zelf maar wat van maken.
In die zin is Jakob von Gunten een geslaagde roman. Maar om nou te zeggen dat het lezen ervan een onverdeeld genoegen is gebleken gaat te ver. De stijl van Walser is mooi, zijn diepzinnigheden zijn de moeite waard.
Het probleem is de hoofdpersoon. Aanvankelijk kun je nog wel wat sympathie voor hem opbrengen en is hij bij momenten enorm humoristisch en scherpzinnig. Maar gaandeweg groeit de irritatie over het superieure toontje, over de wijze waarop hij andere mensen de maat neemt. Jakob von Gunten is zo’n persoon die in het begin kan bekoren, maar die naarmate je hem langer kent steeds meer gaat irriteren en die je uiteindelijk zal gaan mijden als de pest. In die zin is het maar goed dat de omvang van het boek beperkt is gebleven; Walser voorkomt daarmee net op tijd dat de ergernis over de hoofdpersoon te groot wordt en daarmee de positieve gedachten over de inhoud overschaduwt.
Roman
Lebowksi
25 februari 2016 (oorspronkelijk 1909)
Paperback
143
Machteld Bokhove
'
Je leert hier heel weinig, er zijn onvoldoende leerkrachten, en wij jongens van het Instituut Benjamenta zullen het tot niets brengen, d.w.z. dat we allemaal in ons latere leven iets heel kleins en ondergeschikts zullen zijn.' Zo begint Jakob van Gunten, alom beschouwd als de beste roman uit het rijke oeuvre van Robert Walser. Het is het tragikomische verhaal over de moeizame schooltijd van de jonge, oneerbiedige Jakob, telg uit een nobel geslacht, die besluit weg te lopen van huis om een opleiding tot butler te gaan volgen op het Instituut Benjamenta. Jakob von Gunten is een parel van compromisloze originaliteit, verontrustende humor en stilistische brille.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.