Wees mijn weegschaal in het ochtendlicht en
declameer dat ik minder zwaar moet tillen aan
excessen. Ben je daar van bijgekomen? Goed.
Dweil mijn vloeren. Ergens in een hoek staan
kranen open en raap de man op die ik vallen liet
maar niet expres; in iedere omhelzing huist een herfst.
Schrijf mij af. Op zolder staat een houten kist vol
zinnen zonder muze, regels zonder tegengif maar laat
de komma’s op hun plek; wie ben ik als ik niet pauzeer.
We doen het vuilnis uitgeleide, stipt om vijf,
en van tevoren gaan we ruim vertrekken. Jij en ik.
Wat geschaakt worden toch is, dat wil ik weten
rond die tijd maar roep je dan: ‘boeketten,’ of ‘jagen
zonder honden’ dan zeg ik ‘prooidier’ en ‘gebonden.’
—
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.