De aangespoelden hebben hun kleren
nog aan en hun gezichten nog op
Ooit waren ze vertrokken met de smaak
van het beloofde land op hun lippen
Ooit maakten ze grappen over dikke
witte wijven en iedereen een Mercedes
Ooit schitterden hun zwarte ogen
als ze elkaar vertelden over het paradijs
Nu liggen ze daar dood in de vloed
in de lens van de beschaving
Roffelt de zachte donder van verontwaardiging
Langs de zee hipt een meeuwenjong
alsof het strandjut naar hun woorden
—
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.