Ernst van Altena

Ernst Rudolf van Altena (Amsterdam, 11 december 1933 – Landsmeer, 14 juni 1999) was een Nederlandse dichter, schrijver en vertaler. Hij werd vooral bekend als vertaler van chansons van Jacques Brel. Hij was een broer van onder meer choreograaf Ferdinand van Altena.

Van Altena groeide op in Amsterdam in een sociaaldemocratisch milieu. Na de HBS en diverse korte betrekkingen (van kantoormedewerker tot filmassistent) werd hij in 1955 reclametekstschrijver.

Vanuit zijn reclameberoep ging hij al gauw radiocabaretteksten maken en daarna ging hij steeds meer theaterteksten en letterkundige teksten schrijven en vertalen. Hij zat enige jaren in het bestuur van de Vereniging van Letterkundigen, het Fonds voor de Letteren, en diverse andere belangenverenigingen voor schrijvers en vertalers. Naast dit alles heeft hij verscheidene radio- en televisieprogramma’s gemaakt waarin poëzie en chansons centraal stonden.

Ernst van Altena geldt als een ‘ambassadeur van de Franse cultuur’ in Nederland.

Van Altena was een zeer productief vertaler; hij is vooral bekend geworden als vertaler van Franse gedichten en chansons. Zeer bekend daarvan werden:

    Ne me quitte pas (Laat me niet alleen / If you go away) (1959)
    Le Plat Pays (Mijn vlakke land) (1962)

Hij heeft vrijwel alle chansons van Jacques Brel vertaald. Jacques Brel heeft Ernst van Altena omstreeks 1967 het auteursrecht verleend van alle bestaande en toekomstige vertalingen van zijn liedjes in Nederland, ook als die vertalingen helemaal niet door Ernst van Altena maar door derden gemaakt waren of zouden worden. Hierdoor werden met name de Brel-vertalers Lennaert Nijgh, Willem Wilmink, Ivo de Wijs en Peer Wittenbols benadeeld. Dit contract is uniek in de geschiedenis van het auteursrecht.[1]

Andere chansonniers van wie hij werk vertaalde zijn onder meer Georges Brassens, Barbara, Guy Béart, Gilbert Bécaud, Jean Ferrat, Charles Aznavour, Boris Vian en Anne Sylvestre; in totaal heeft hij naar eigen telling zo’n 1500 chansons vertaald. Verder vertaalde hij toneelstukken van onder meer Edward Albee, Molière en George Bernard Shaw, klassieke Franse poëzie van François Villon en Charles D’Orléans, scabreuze poëzie (verzameld in de bloemlezing Jij goudgepunte lans) en middeleeuwse boerden (De jongeman met twaalf vrouwen) en klassieke werken zoals de Roman van de roos en Chaucers Verhalen van Canterbury.

In de jaren ’70 heeft hij de dialogen en liedjes vertaald voor de Japanse animefilm De vrolijke piraten van Schateiland.

Opmerkelijk is het zeer grote aantal vertalingen dat hij in de periode 1985-95 gemaakt heeft, 150 titels in tien jaar, terwijl hij zelf bij herhaling vier vertaalde boeken per jaar een goede norm zei te vinden en zich weerde tegen de gedachte dat “vertalen een gemakkelijke haastklus is”.

In 1991 publiceerde hij een bloemlezing van zijn vertalingen van gedichten: Van Apollinaire tot Wedekind. Dertig jaar poëzie vertalen (Bussum: Agathon, 767 p.).

Van Altena schreef ook zelf diverse cabaretteksten en chansons. Hij zou de bedenker zijn van de Nederlandse vertaling voor chanson: luisterlied. Een enkele keer zong hij zijn eigen luisterliedjes, die ook op een lp verschenen.

Hij schreef ook een liedtekst voor de Zangeres Zonder Naam (Mary Servaes), namelijk Huil niet, mevrouw Humphrey.

Bron: Wikipedia

Share

Ontdek meer van JKleest

Abonneer je om de nieuwste berichten in je inbox te ontvangen.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.