Gemengde gevoelens
Als de titel letterlijk zou zijn vertaald dan zou vanaf de omslag al duidelijk zijn dat Moussa of de dood van een Arabier door Kamel Daoud is gebaseerd op De vreemdeling van Albert Camus. In het Frans heet het Meursault, contre-enquȇte. Meursault is de naam van de hoofdpersoon uit de klassieker van Camus. Nu moet je wachten op de eerste zin die onmiskenbaar het verband bevestigt.
De vreemdeling opent met:
“Vandaag is moeder gestorven. Of misschien gisteren, ik weet het niet.”
Moussa of de dood van een Arabier begint zo:
“Vandaag is mijn moeder nog in leven.”
Verband is onmiskenbaar
Dat verband tussen beide romans houdt Daoud consequent vol maar hij geeft er wel een eigen draai aan. In De vreemdeling schiet de hoofdpersoon in een bepaald niet heldere toestand, en verblind door de zon, een hem onbekende man dood. Een Arabier. Zijn gedrag tijdens de daad, kort erna en tijdens het proces is onverschillig. Daoud gaat uit van Haroen, de broer van het slachtoffer. De onverschilligheid van de dader stoort hem, net als de anonimiteit van de aanduiding de Arabier.
Want die broer heeft een naam, Moussa. Hij heeft een moeder die na die moord nooit meer dezelfde zal zijn. Dat is een prachtige verhaallijn die helaas te veel naar de achtergrond wordt gedrukt. Daoud gebruikt dat als kapstok om kritiek te spuien op de (post)koloniale houding van Europeanen en op de islam. Legitiem, maar de manier waarop hij het verpakt is bijzonder. Je krijgt het gevoel dat hij Camus ziet als de verpersoonlijking daarvan, met name door diens roman De vreemdeling.
Het voelt soms als te gemakkelijk. Dat is niet zozeer omdat Camus geen weerwoord kan geven, maar meer omdat de hoofdpersoon zelf weinig moeite doet om Moussa te portretteren, een smoel te geven. In het boek van Camus wordt deze inderdaad alleen maar als een Arabier aangeduid. Je zou mogen verwachten dat iemand die op dat aspect kritiek heeft meer moeite zou doen om die anonieme persoon tot leven te wekken.
Nu blijft het te vaak hangen in een soms jammerlijk zelfmedelijden.
“Ik ben een paar keer in Algiers geweest. Daar heeft niemand het over mama, mijn broer en mij. Niemand!”
Ofwel, dat anonieme, dat onpersoonlijke is blijkbaar iets dat niet alleen Camus aankleeft. Maar mag je anders van hem verwachten wetende wat hij wil zeggen?
De in potentie mooiste verhaallijn komt niet goed uit de verf
Ik had liever gezien dat de aandacht meer zou zijn gericht op de gevolgen van de dood van Moussa. Het leven van de moeder is naar de knoppen en staat in het teken van rouw om de overledene. Haroen moet er maar mee zien om te gaan en dat lukt hem niet goed. Het staat zijn volwassenwording, zijn groei naar een zelfstandig bestaan, in de weg.
Die verhaallijn zou prachtig kunnen zijn, want Daoud schrijft prachtige zinnen en heeft interessante observaties, maar helaas te vaak vermengd met zelfmedelijden van de verteller. Een zin waaruit dat blijkt:
“Arabier. Weet je, ik heb me nooit Arabier gevoeld. Zoals ook het negerdom bestaat in de blik van de blanke.”
Die zin, beginnend met zelfmedelijden en eindigend met een prachtige observatie, weerspiegelt de gemengde gevoelens die ik over Moussa of de dood van een Arabier heb.
Roman
Ambo|Anthos
2015
Hardcover
151
Manik Sarkar
9789026332890
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Het spijt me te lezen, Jan, dat je het boek niet heel goed vond. Ik vond het heel goed gedaan, dit verhaal van de broer van de vermoordde man in De Vreemdeling van Camus, dat ik een maand of wat eerder toevallig weer herlezen had.