De roman is als de schrijver
Het is nu een paar dagen geleden sinds ik Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer uit heb. Het is verkeerd om het op de man te spelen en toch kan ik het niet helpen: ik zie overeenkomsten met de verschijning van de auteur en dit boek. Aan de stevige kant, hij oogt uitbundig en dat is het boek ook, (te) veel versiersels en een zekere drammerigheid valt moeilijk te negeren. Tegelijk zijn de kwalificaties origineel, bloemrijk en imposant van toepassing. Hoe dan ook, beide zijn interessant om naar te kijken en te luisteren respectievelijk om te lezen.
Inhoud
De schrijver neemt zijn intrek in het illustere maar in verval geraakte Grand Hotel Europa om te overdenken waar het is misgegaan met Clio, op wie hij in Genua verliefd is geworden en met wie hij in Venetië is gaan wonen. Hij reconstrueert het meeslepende verhaal van liefde in tijden van massatoerisme, van hun reizen naar Malta, Palmaria, Portovenere en de Cinque Terre en hun spannende zoektocht naar het laatste schilderij van Caravaggio. Intussen vat hij een fascinatie op voor de mysteries van Grand Hotel Europa en raakt hij steeds meer betrokken bij het wedervaren van de memorabele personages die het bevolken en die uit een eleganter tijdperk lijken te stammen, terwijl de globalisering ook op die schijnbaar in de tijd gestolde plek om zich heen begint te grijpen.
Grand Hotel Europa is de grote roman van Ilja Leonard Pfeijffer over het oude continent, waar zoveel verleden is dat er voor toekomst geen plek meer is en waar het meest reële toekomstperspectief geboden wordt door de exploitatie van dat verleden in de vorm van toerisme. Het is een theatraal en lyrisch boek over de Europese identiteit, nostalgie en het einde van een tijdperk. Het is, hoe verontrustend het ook zijn mag, zijn beste boek tot nu toe.
Mijn indruk
Over Grand Hotel Europa is al zo veel gezegd en geschreven dat ik het weinig zinvol acht om er als spuit elf ook nog een recensie over te schrijven. Een paar opmerkingen volstaan.
Er zijn twee verhaallijnen te onderscheiden. Het is een liefdesroman. De hoofdpersonen zijn Ilja en Clio. Zij krijgen een relatie die van het begin af ongelijkwaardig is. De ijdele en pretentieuze Ilja heeft zijn intellectuele meerdere gevonden in Clio. Zij is hem de baas op het gebied van kunstgeschiedenis, Clio is onvoorspelbaar, irritant en betweterig. Dat leidt vaak tot conflicten waarin zij hem verbaal de baas is en Ilja zich gedraagt als een geil hondje dat hoopt op een vrijpartij in de waan dat daarmee alles weer is weggepoetst. Het is voorspelbaar dat het verkeerd afloopt. Hij verdwijnt naar een hotel, vergane glorie, waarmee dat symbool staat voor de tweede verhaallijn.
Die gaat over het massatoerisme en de gevolgen daarvan. Zou je dit onderwerp los zien dan is het een goed geschreven maar ook drammerig uit de krachten gegroeid pamflet. Want echt: Pfeijffer ramt die boodschap er herhaaldelijk en op niet mis te verstane wijze in. Zo vaak, dat hij zichzelf af en toe een beetje “overschreeuwt”. Maar die boodschap komt daardoor wel over. Het is maar goed dat het liefdesverhaal er doorheen is geweven, anders zou het toch een lastiger te verteren en vrij eenzijdig verhaal zijn geworden.
De combinatie van die twee hoofd- en verschillende zijlijnen resulteren wel in een prettig leesbaar geheel.
Plus- en minpunten
Als je van barok, overdadig taalgebruik houdt dan zit je wel goed. Heel wat observaties zijn de moeite waard. Een paar voorbeelden:
“Toerisme vernietigt datgene waardoor het wordt aangetrokken (p. 444)”
Over Venetië:
“Het is als rondlopen door een stad die een voorhoofdsholteontsteking heeft. Alles zit al eeuwen vastgeklonterd en nooit heeft een voortvarende tijd een paar frisse, doorgaande wegen door het stratenplan gesnoten (p. 478)”
Heel aardig maar af en toe gaat hij ook de mist in. Een zin als “Sterker nog, die kunnen helemaal niet opconcurreren tegen dat Chinese kapitaal (p. 216)” doet pijn aan de ogen.
Dat geldt ook voor een zin als:
“De suggestie dat het eiland hiermee een metafoor is voor Europa als geheel, zal ik aan de lezer overlaten (p. 172)”.
Doe dat dan ook!
Eén ding moet Pfeijffer liever niet meer doen of nog even op oefenen: het beschrijven van seksscènes. Die zijn zo slecht dat het gevaar van impotentie op de loer ligt. En af en toe een iets minder superieure toon zou ook welkom zijn. Maar al met al heb ik mij prima vermaakt met Grand Hotel Europa.
Literatuur
Arbeiderspers
2018
Hardcover
547
9789029526227
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.