Feest van verwarring en ontsporende gedachten
In de zomer van 2017 was ik, samen met een paar andere liefhebbers, uitgenodigd voor een gesprek met vertaler Wil Boesten in zijn fraaie woning in het centrum van Dordrecht. Hij heeft indruk gemaakt als vertaler van het tamelijk overweldigende Het eiland van het tweede gezicht van Albert Vigoleis Thelen. Hij was toen druk bezig met het vertalen van een ander werk van deze onnavolgbare auteur. Het zou vermoedelijk De zwarte heer Bazetub gaan heten. En dat werd het ook. Ruim een jaar later, iets later dan verwacht, lag het in de winkels.
Geen plot
Degenen die een plot verwachten moeten maar niet aan dit boek beginnen. Er gebeurt niet veel meer in dan dat de hoofdpersoon, Vigoleis, het verzoek inwilligt om een Braziliaanse rechtsgeleerde als tolk en secretaris te begeleiden gedurende diens verblijf in Nederland. Toch telt De zwarte heer Bazetub 654 pagina’s.
Het speelt aan het begin van de jaren vijftig. Een lange, donkere man in het Nederladnse staatbeeld was destijds een ongebruikelijke verschijning. Zo ongebruikelijk dat Vigoleis een aantal keren voor de professor wordt aangezien en deze voor diens assistent. Het is een vorm van verwarring die kenmerkend is. Want ook de echte naam van Bazetub is anders, een min of meer gewone Braziliaanse naam. Waarom hij hem Bazetub noemt is illustratief. Vigoleis blijft deze man vervolgens consequent Bazetub noemen wat geregeld tot misverstanden leidt.
Wie is toch die Bazetub?
Over de achtergronden van deze zogenoemde Bazetub kom je weinig te weten. Zijn verschijning is opvallend, zijn gedrag niet minder. Kwistig strooit hij met geld alsof het niet op kan. Hij is daarom een graag geziene gast in het hotel en in de nabijgelegen winkels waar hij zonder problemen een veelvoud betaalt van hetgeen hij verschuldigd is. Ook anderszins houdt hij er nogal merkwaardige gewoontes en gedragingen op na. Het is een bijzonder type.
Verder blijft het nogal vaag of hij nou echt die geleerde is voor wie hij zich uitgeeft. Pas tegen het einde lijkt er wat meer over hem en zijn achtergrond duidelijk te worden, maar veel blijft desondanks in nevelen gehuld.
De echte hoofdpersoon is Vigoleis. Of hij het alter ego is van de auteur of de auteur zelf wordt ook niet helemaal duidelijk. In wezen is dat vergelijkbaar met de manier waarop Het eiland van het tweede gezicht tot stand is gekomen. Dat heeft niet voor niets als ondertitel “De toegepaste herinneringen van Vigoleis.” In ieder geval wordt wel duidelijk dat Vigoleis tijdens deze episode druk doende was met dat andere boek, een klus die hij, tot ongenoegen van de uitgever, maar liet rusten gedurende het bezoek van Bazetub. Overigens iets wat min of meer daadwerkelijk is gebeurd.
Bijzondere reis
Geen plot dus, maar wat dan wel? Dat zijn vooral de, soms onnavolgbare, gedachtenkronkels en bespiegelingen van Vigoleis. Het gaat over van alles. Tientallen pagina’s neemt hij de tijd om uit te wijden over iets eenvoudigs als een kappersbezoek, waarbij de belangrijkste vraag is of je wel in de stoel mag zitten als je betaalt, maar zonder geknipt of geschoren te worden. Het kan ook gaan over hoe Brazilië aan zijn naam is gekomen. Of over het Vredespaleis: waarom die naam, welke landen hebben geschenken gestuurd en vooral wat en waarom, wat is sowieso de betekenis van het begrip vrede?
Saai? Integendeel! Niet bedoeld voor plotliefhebbers, zo veel is wel duidelijk. Wel bedoeld voor lezers die bereid zijn op pad te gaan met Vigoleis en te beginnen aan een reis zonder bestemming. Een reis over kronkelige paden, soms uitputtend zwaar, soms verrassend licht. Een reis waarvan je pas na afloop met volle teugen kunt genieten van al het fraais dat je onderweg bent tegengekomen.
Doorzetters worden beloond!
De auteur beseft terdege dat zijn boek niet voor iedereen geschikt is. Af en toe wendt hij zich tot de lezer, een soort van verontschuldiging omdat hij zich weer zo heeft laten gaan, in het volle besef dat vele lezers onderweg zullen afhaken.
Degenen die de reis die De zwarte heer Bazetub heet wel weten te volbrengen zullen er met veel genoegen op terugkijken. Die hebben een auteur aan het werk gezien die onvoorspelbaar en bijna onnavolgbaar is in zijn gedachtenkronkels. Een auteur die er een volstrekt eigen idioom op nahoudt en dat consequent volhoudt. Neem bijvoorbeeld Haringgrad en Tsantsa (of Graventsantsa); hij geeft deze naam aan twee Nederlandse plaatsen, verklaart waarom hij dat doet en wijkt er vervolgens niet meer van af.
Een boek van Thelen is niet zomaar een boek, het is een belevenis. Voor zijn werk heeft hij lof gekregen van onder andere Thomas Mann, Hermann Hesse en Herta Müller. Maarten ’t Hart is lyrisch over hem en heeft Het eiland van het tweede gezicht het beste boek van de twintigste eeuw genoemd.
Pluim voor de vertaler!
Er rest nog één ding en dat is eindigen waarmee ik ben begonnen en dat is vertaler Wil Boesten. Hij verdient een enorme pluim voor deze vertaling! Het moet een zeer inspannende klus zijn geweest, in dit geval vooral omdat het taalgebruik van Thelen heel bijzonder is. Een tipje van deze sluier licht hij in een nawoord op door in te gaan op het begrip “karnende hond.” Het geeft maar aan hoe verduiveld moeilijk het kan zijn om een boek goed te vertalen, iets wat ten onrechte nog weleens onderbelicht blijft.
Literatuur
Cossee
Oktober 2018
Hardcover
654
Wil Boesten
9789059368200
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.