Ik dank de hemel voor het woord niveau
want met dat woord kan ik me distantiëren.
Ik kan mij niet … dat is nu eenmaal zo …
met Jan en Piet en Klaas gaan occuperen,
want mijn niveau is steeds omhoog gegaan,
het is nu zoetjesaan zó hoog geworden:
Ik kan er zelf niet bij. Ik hang er áán!
Van uit die hoogte kijk ik op de horde.
En voor mijn naaste buurman voel ik niets,
mijn buurman mag dan nog zo’n nobel mens zijn,
mijn buurman heeft nog nooit gehoord van Keats,
ik ben geen snob, maar ergens moet een grens zijn.
Dat ik de dichter Piet persoonlijk ken
en zelfs twee worstjes met hem heb gegeten,
dat maakt dat ik iets heel bijzonders ben,
dat moet de wereld dan ook maar eens weten.
Voor ik iets mooi vind, kijk ik om me heen,
ik laat me niet ontroeren, voor het safe is.
Vindt Simon Vestdijk het ook mooi? O, neen?
Dan weet ik dus al zeker dat het scheef is.
Ik hang hier al zo lang. Ik word wèl moe.
Ik zou zo graag eens Hollands Glorie lezen…
maar mijn niveau laat dat volstrekt niet toe,
dus moet het maar weer Joyce of Huxley wezen.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.