Als mijn moeder ’t huis uit gaat,
mij op alles passen laat,
kijk ik rustig om me heen,
ben ik niet alleen.
Want Bertha is bij me,
waar ik ga, gaat zij,
waar ik sta, staat zij.
Als er ’s nachts figuren zijn
die bewegen in ’t gordijn,
die verschuiven langs ‘t behang,
dan ben ik niet bang.
Want Bertha is bij me,
waar ik ga, gaat zij,
waar ik sta, staat zij.
‘k Ben niet bang meer voor iets geks,
voor een reus of voor een heks,
voor een mens of voor een dier.
Bertha is toch hier?
Bertha is bij me,
waar ik ga, gaat zij,
waar ik sta, staat zij.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.