Signaleren zonder echte oplossing
Op toevallige wijze merkt een echtpaar uit Delfzijl in 1977 dat boven het plafond in hun slaapkamer verschillende boeken waren verborgen. Het bleek te gaan om vertrouwelijke documenten over de Joodse gemeenschap in Delfzijl van voor de Tweede Wereldoorlog. Het ging onder meer om boekhoudingen, personalia, adressen en gedetailleerde familieverbanden die in alle naïveteit waren vastgelegd. Een rabbijn die het huis voordien bewoonde heeft deze documenten uit het zicht van de bezetter willen houden. Het zou het de nazi’s anders bijzonder gemakkelijk hebben gemaakt om iedere Jood op te kunnen pakken.
Met deze inleiding willen de auteurs aangeven dat wat nu onschuldige informatie lijkt te zijn korte tijd later misbruikt kan worden voor onvoorziene doeleinden. Het is maar goed dat die rabbijn doorhad dat er genoeg te verbergen viel.
Je hebt wél iets te verbergen schakelt daarna naar het heden. De schrijvers laten zien hoe advertentiebedrijven het surfgedrag monitoren. Ga naar een willekeurige website en in een fractie van een seconde wordt achter de schermen bepaald wie het hoogste bod heeft uitgebracht en vervolgens zijn best mag doen de internetter te bestoken met (ongewenste) reclame. Google verdient er miljarden mee wat laat zien dat het blijkbaar verrekte lucratief is om te bieden. De internetter als handelswaar.
Dat lijkt nog relatief onschuldig, maar het zijn vergelijkbare algoritmes die voor dezelfde internetter op basis van zijn surfgedrag bepalen wat voor nieuwsberichten deze te zien krijgt op websites als Facebook. Je bent simpelweg niet meer vrij in datgene wat je wilt zien, de algoritmes sturen je een bepaalde kant op, beïnvloeden daardoor je mening en uiteindelijk ook je politieke voorkeur. Zoals Google zelf stelt: door de resultaten van zoekopdrachten te manipuleren zouden zij invloed kunnen hebben op de uitkomsten van verkiezingen. Als je daar wat langer over nadenkt is dat ronduit schokkend. Hoe zou de verkiezingsuitslag in de VS zijn geweest zonder Google?
Op kleinere schaal zijn deze constateringen nogal zorgwekkend. De voorbeelden zijn legio, een kleine selectie:
- Iemand heeft een reis geboekt en komt vervolgens in serieuze problemen. Bleek dat de internetprovider een aantal IP-adressen had aangeschaft in het Midden-Oosten en deze niet tijdig had omgezet naar adressen in de VS. Het leek erop dat de man de VS in wilde komen vanuit een “vijandig” land omdat de reis geboekt werd met een dubieus IP-adres. Ontkennen hielp niet. De man werd verdacht, ook al had hij niets te verbergen.
- Een zakenman stond verkeerd geregistreerd in databanken van Nederlandse overheidsdiensten. Een oud klasgenoot bleek onder zijn naam misdrijven te hebben begaan. Een verkeerde koppeling, één keer een fout gemaakt in een database die niet meer kon worden hersteld. De zakenman is verschillende malen ten onrechte gearresteerd, heeft de FIOD over de vloer gehad. Ook hij dacht dat hij niets had te verbergen.
- Iemand wilde een zwangerschap geheim houden voor de buitenwereld. Dat lukte niet. Het bleek dat enkele facebookvrienden “privé” berichten hadden gestuurd met felicitaties. Hoewel deze personen direct werden ontvriend was het geheim uitgelekt. De zwangere dame werd in no time bestookt met reclame, iets wat zij juist wilde vermijden.
Je hebt wél iets te verbergen staat vol met dergelijke voorbeelden. Mensen die last hebben van fouten in de automatisering, mensen die gestigmatiseerd worden door voorbarige en onjuiste conclusies op basis van hun internetgedrag en dat bijvoorbeeld merken door een lagere kredietwaardigheid, banken die kredieten intrekken zonder directe aanleiding, mensen die slechter worden behandeld door de belastingdienst omdat vage data daartoe aanleiding geven, het aantal voorbeelden is onvoorstelbaar en vormt slechts het kleine topje van een enorme ijsberg.
Het onderzoekswerk van Martijn en Tokmetzis is bijzonder degelijk, een uitstekend voorbeeld van hoe onderzoeksjournalistiek hoort te zijn. Hun bevindingen hebben zij uitstekend gestructureerd en in een zeer prettig leesbare stijl aan het papier toevertrouwd.
De afsluitende boodschap is enigszins ontnuchterend. Er valt verrekt weinig aan te doen. Er is maar weinig wat je kunt doen waarmee je kunt voorkomen dat al je informatie zonder meer in handen komt van allerlei duistere belanghebbenden. Voor een paar van die tips verwijzen zij naar een website van hun opdrachtgever, De correspondent. Ironisch: als dat maar goed gaat.
Je hebt wél iets te verbergen is verhelderend en onrustbarend. Degenen die niet gewekt willen worden door de waarschuwingen van deze auteurs mogen rustig verder suffen / surfen. Alle anderen kunnen maar beter handelen in het besef dat zij wel degelijk iets te verbergen hebben.
Non-fictie
De Correspondent
September 2016
Hardcover
223
Facebook weet bij wie je gisteren op bezoek ging
De Belastingdienst zag hoe je er kwam
Apple hield bij hoe lang je er bleef
Samsung hoorde wat je er zei
En Google wist al dat je het van plan was
In 'Je hebt wél iets te verbergen' laten onderzoeksjournalisten Maurits Martijn (1981) en Dimitri Tokmetzis (1975) zien waarom privacy het meest bedreigde mensenrecht van onze tijd is. Ze leggen bloot welke gegevens je allemaal weggeeft en aan wie. En, belangrijker nog: welke ingrijpende gevolgen dat heeft.
Hun journalistieke zoektocht voor De Correspondent werd de afgelopen jaren bekroond met diverse prijzen, waaronder De Loep voor de beste online onderzoeksjournalistiek.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.