Miniapolis – Rob van Essen

Geloofwaardig vreemd

Ik “ken” Rob van Essen in verschillende hoedanigheden. Bijvoorbeeld via sociale media, als recensent, als incidenteel bijdrager aan misschien wel mijn favoriete podcast, De nieuwe contrabas. Met name zijn bijdragen daaraan over een van mijn favoriete schrijvers van wie ik desondanks nog veel wil en moet lezen, Simon Vestdijk, zijn zeer de moeite van het aanhoren waard. Een boek van hem had ik tot voor kort nog niet gelezen. Zijn meest recente roman, Miniapolis, is zodoende mijn kennismaking met hem als auteur.

Jonathan en zijn moeder

Ze zijn er nog, gelukkig. Schrijvers uit het Nederlandstalige gebied die een vloeiend verhaal op papier kunnen krijgen en die dat talent paren aan een rijke fantasie. Dat is wel een verademing in een literair landschap waar het de modus operandi is van te veel auteurs die zichzelf centraal stellen dan wel zichzelf als uitgangspunt gebruiken. Extra bijzonder is dat Van Essen de meest vreemde gebeurtenissen en toevalligheden presenteert alsof het de gewoonste zaak van de wereld is.

Miniapolis bevat twee verhaallijnen. Jonathan is een jonge man die op een dag in de tram zijn moeder ziet. Zij valt op door haar paarse muts. Dat zij vier jaar eerder is overleden lijkt slechts een onbetekenend detail. Hij laat na om haar te volgen als zij plotseling uitstapt. Aan het eind van de dag gaat hij naar haar op zoek en hij vindt haar ook nog, in een tunnel. Zij blijven bij elkaar en zij vertelt over waar zij vroeger heeft gewoond: op een dak, samen met haar vader, andere glazenwassers en schoorsteenvegers. Niets bijzonders, toch? Lang verhaal kort: zij gaan op reis om dat dak te vinden.

Wildervanck en Scherpenzeel

Eerstgenoemde doet iets vaags bij een gemeentelijke instantie die net is verhuisd naar het gebouw waar hij zelf in een appartement woont. Geen reistijd, altijd droog aankomen, het heeft zo zijn voordelen. Desondanks stapt hij elke dag op de fiets en alsof het de gewoonste zaak van de wereld is komt hij na een tijdje aan op zijn werkplek. Langzaam maar zeker doet hij steeds langer over de reis naar zijn werk en niemand die er iets van zegt.

Scherpenzeel werkt er sinds kort. Een willekeurige dag begint vreemd. Op weg naar zijn werk ziet hij een jonge man die aan een brug hangt. Als hij een agent heeft gevonden blijkt diegene te zijn verdwenen. Even later komt hij die jonge man weer tegen, zeer tot zijn verrassing.

Het valt Scherpenzeel wel op dat zijn baas steeds langer doet over zijn bijzondere woon-werkverkeer. Hij besluit in een impuls hem te volgen, gewone nieuwsgierigheid. Het is het begin van wat zal uitgroeien tot een bijzondere reis die hilarische trekjes krijgt naarmate die langer duurt. Het is een kleurrijk duo: de in een donkerblauwe jas gehulde Wildervanck, de altijd in het geel geklede Scherpenzeel, gelijk aan zijn haarkleur, en uiteindelijk fietsen zij op een rode tandem.

Alles komt samen

In het slotdeel komt het allemaal op een bijzondere manier samen. De twee reizende duo’s treffen elkaar en vervolgen hun (terug)reis samen. Het niet zo alledaagse vervoermiddel heeft een merkwaardige ontstaansgeschiedenis, waarnaar aan het begin van Miniapolis al wordt gehint.
Scherpenzeel heeft briefjes met aansporingen gevonden in de kieren van een venster. In dit deel wordt duidelijk wie ze heeft geschreven. Dat zij na al die jaren niet ongeschonden zijn gebleven blijkt bijvoorbeeld uit “eet reebout”, een verbastering van de oorspronkelijke tekst. Een aantal van die aansporingen volgt hij op, wat hem aanzet tot het kopen van reebout, maar hem ook geheel toevallig bij die jonge man, hangende aan die brug, doet belanden.

Smaakt naar meer!

Miniapolis is een boek dat je op meerdere manieren kunt lezen. Oppervlakkig, als een vreemd verhaal met allerlei rare wendingen. Leuker is het om er wat meer tijd in te stoppen en allerlei vreemde toevalligheden te ontdekken, en de rol/functie van terugkerende elementen. Vensters bijvoorbeeld, al genoemd, maar ook wat je erdoorheen kunt waarnemen. Wildervanck reisde eerst met de tram, vooral naar buiten starend. Later gaat hij fietsen, dan kijkt hij vooral naar binnen, de huizen in waar hij langsrijdt. Het verschijnsel venster komt vaker terug.

De sfeer is vervreemdend, soms absurdistisch. De (hiërarchische) verhouding tussen de fietsende mannen en hun manier van communiceren doet soms denken aan Herenleed, een televisieprogramma van langer geleden. Gek genoeg moest ik bij dit boek soms ook denken aan De kellner en de levenden van Vestdijk, waarin doden en levenden met elkaar verkeren en mensen een vreemde (terug)reis maken.

Af en toe kun je een interessante bespiegeling tegenkomen:

“Hoe een stemming kan omslaan, hoe vreemd was dat? Binnen een stemming leek alles absoluut en onveranderlijk maar opeens merk je dat ze voorbij is, en dat de versie van jezelf die in haar gevangenzat niet meer bestaat, alsof je een oude huid hebt afgeworpen, en de nieuwe bevalt goed en zit prima.”

Herkenbaar lijkt mij zo. Kortom, er valt genoeg te beleven aan Miniapolis. Het heeft mij in ieder geval heel nieuwsgierig gemaakt naar zijn andere werk!

Miniapolis
Rob van Essen
Roman
Atlas Contact
2021
Hardcover
219
9789025472030
Share

2 gedachten over “Miniapolis – Rob van Essen”

  1. Nu ga ik toch twijfelen. Omdat ik was gestrand in ‘De goede zoon’, denk ik dat dit boek mij niet zo zal liggen. Maar de verhalenbundels van Rob van Essen vind ik briljant, doordat hij ‘de meest vreemde gebeurtenissen en toevalligheden presenteert alsof het de gewoonste zaak van de wereld is’, zoals jij hierboven zegt. Dus als ik jou was zou ik hierna ‘Hier wonen ook mensen’ lezen.

    Beantwoorden

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.