Dit is de spin Sebastiaan.
Het is niet goed met hem gegaan.
LUISTER!
Hij zei tot alle and’re spinnen:
Vreemd, ik weet niet wat ik heb,
maar ik krijg zo’n drang van binnen
tot het weven van een web.
Vertrouw nooit iemand van wie de televisie groter is dan de boekenkast
Dit is de spin Sebastiaan.
Het is niet goed met hem gegaan.
LUISTER!
Hij zei tot alle and’re spinnen:
Vreemd, ik weet niet wat ik heb,
maar ik krijg zo’n drang van binnen
tot het weven van een web.
Strafrecht, vroeg ik, wat is strafrecht?
wie deelt het recht op straf uit
en brengt het recht terecht?
Vannacht is juffrouw Nifterink gestorven.
Het was ‘t hart. Haar hond zit voor de ramen.
Het stomme dier — ze waren altijd samen…
Hij heeft haar hele eenzaamheid georven.
Nu valt de wind, nu gaan de wolken rusten
en de avondlucht is blauwer dan de dag,
alles bereidt zich tot den onbewusten
staat die geneest van alle leed en lach
Gedrukte letters laat ik U hier kijken,
maar met mijn warme mond kan ik niet spreken,
mijn hete hand uit dit papier niet steken;
wat kan ik doen? Ik kan U niet bereiken.
Soms loop ik ‘s nachts naar het Victorieplein,
Als kind heb ik daar namelijk gewoond.
Aan vaders hand zijn zoon te zijn,
Op moeders schoot te zijn beloond.
Als ik geen rood meer heb
maak ik de bomen groen, de struiken,
het hele landschap wat ik schilder.
Dus ook het onkruid en het gras,
Ze zeggen dat ik gek ben en het regent;
ik drijf op ‘t water en vermaak mij wat.
God, in zijn liefde, heeft ons wijs gezegend:
u met een woonst, mij met een regenvat.
Ik kwam thuis, het was
een uur of acht en zeldzaam
zacht voor de tijd van het jaar,
de tuinbank stond klaar
onder de appelboom
Gij waart de lust van mijn leven,
O vrouw die ik niet meer bemin.
Ik heb u alles gegeven
En koos u tot mijn vorstin