Zelfs na wat zoekwerk via zoekmachines is het niet gelukt om te achterhalen wie schuilgaat achter het pseudoniem Anka Hashin. Veel meer dan dat ze een Nederlandse schrijfster en kunstenares is die in Rusland is geboren, ben ik niet gekomen. Schrikkeljaar is haar debuut, dat bestaat uit bijna veertig korte, waarvan sommige zeer korte, verhalen die zich in Rusland afspelen.
Gedichten kun je op allerlei manieren tot je nemen. Je kunt ze oppervlakkig lezen en als het je aanspreekt naar wat verdieping zoeken. Je kunt ze tot op het bot ontleden, tekstueel en technisch. Er zijn verschillende tussenvormen denkbaar. In Toon de stad, de derde publicatie in de reeks Woorden temmen van uitgeverij Grange Fontaine, dagen de samenstellers Lies van Gasse en Laurens Ham je uit om er actief mee aan de slag te gaan.
In Italië is Mauro Corona een mediafenomeen. Behalve schrijver, kunstenaar en ecologisch geweten is hij bergbeklimmer. Dat laatste en veel andere dingen heeft hij te danken aan zijn leermeester Celio, een man die hoog in de bergen is geboren, in het gras, tussen de geiten. Zijn herinneringen aan hem heeft hij verwerkt in het onlangs verschenen Het leven van Celio.
Het is inmiddels een eeuw geleden dat Katherine Mansfield (1888-1923) overleed. Het toeval wil dat ik de laatste tijd enkele boeken heb gelezen waarin zij ter sprake werd gebracht. Een daarvan is Lente van Ali Smith, waarin een hoofdpersoon voorkomt die kenner is van het werk van Mansfield. Een aantal van haar verhalen is nu opnieuw gebundeld en uitgebracht onder de titel Het tuinfeest en andere verhalen. Deze hernieuwde aandacht is meer dan terecht.
Dat zou je als een compliment kunnen opvatten, maar dat is slechts gedeeltelijk waar. Mijn mening over de eerste drie delen van deze Seizoencyclus van Ali Smith: het eerste deel, Herfst, beviel mij bijzonder goed. Het vervolg, Winter, was al een stukje minder en dat was ook het geval met Lente. Dat vind ik ook van de drie delen waaruit het slotstuk Zomer is opgebouwd. Het begint ijzersterk en het gaat als een nachtkaars uit.
Het is 1919. Het Britse Koninkrijk heeft te maken met onrust in de verste uithoeken van het imperium, maar ook om de hoek is er van alles aan de hand. In Ierland had Sinn Féin de verkiezingen gewonnen. De leden weigerden zitting te nemen in het Britse parlement en riepen de onafhankelijkheid uit. Van een gewapende onafhankelijkheidsstrijd kwam het niet, dat zou een kansloze zaak zijn, wel waren er allerlei (gewapende) acties. Tegen die achtergrond speelt Onlusten van J.G. Farrell, waarmee hij de Lost Man Booker Prize won.
Het is voor een belangrijk deel aan Menno ter Braak te danken dat Een mens valt uit Duitsland heeft kunnen verschijnen. Kort na publicatie van een kritisch artikel van zijn hand over de emigrantenliteratuur ontving hij een briefje van Kurt Lehmann (1908-1999), de echte naam van Konrad Merz. Ter Braak nodigde Lehmann uit en raakte danig onder de indruk van wat hij las. Hij zamelde geld in zodat Lehmann verder kon schrijven aan zijn boek en hij bemoeide zich met het manuscript. Lehmann kon het gezien zijn achtergrond onmogelijk onder zijn eigen naam laten uitbrengen en gebruikte het pseudoniem. Achteraf gezien een hele verstandige beslissing.
Een boek over een boek. Het boek waarover het gaat is Dialectiek van de Verlichting, een werk geschreven door Max Horkheimer en Theodor Adorno. De totstandkoming van dit werk en de omstandigheden waaronder het is geschreven, is onderwerp van Vrijheid en duisternis van de Duitse ideeënhistoricus Martin Mittelmeier.
Van een bezoek aan het Märkisches Museum in Berlijn herinner ik mij vooral de ongemakkelijke, benauwende sfeer. Dat lag deels aan de hoge buitentemperatuur van ruim boven de dertig graden, maar vooral aan het hinderlijke gedrag van de surveillanten. De dames van hoge leeftijd wekten de indruk al te serieus werk te maken van hun taak, het ervoor zorgen dat je vooral niet te dicht bij de tentoongestelde werken kwam. Vriendelijkheid was hen vreemd, je vermanend toespreken ging hen beduidend veel beter af. Na een uurtje waren wij dat spuugzat en mede daarom hebben wij lang niet alles gezien, laat staan bekeken. Een van die te oppervlakkig bekeken objecten was Het keizerpanorama, waarnaar de titel van het nieuwste boek van Nicole Montagne verwijst.
De klok van Iris Murdoch is gepubliceerd in 1958. De belangrijkste thema’s die daarin aan bod komen zijn nu van de nodige spanning ontdaan. Om deze alleszins mooie roman op de juiste waarde te kunnen schatten, is het goed om het in de context van die tijd te kunnen plaatsen. Homofilie en -seksualiteit speelden zich noodgedwongen af in het verborgene. Getrouwde vrouwen moesten zich voegen naar de nukken van hun echtgenoten. Tegen die achtergrond is het een verrassend vrijpostige en gedurfde roman.