Denk je aan een persoon die bekend is geraakt door zijn hulp aan de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog dan zal de naam Schindler vermoedelijk de eerste zijn die in je opkomt. Er zijn gelukkig meer Duitsers geweest die met gevaar voor eigen leven hun Joodse medemensen hielpen. Hoe moeilijk dat was en hoeveel lef zij daarvoor moesten hebben toont Kevin Prenger aan in In de schaduw van Schindler.
Het leven van de joodse Jiří Weil (1900 – 1959) is, heel zachtjes uitgedrukt, weinig vreugdevol geweest. Als overtuigd communist ging hij op jonge leeftijd naar de Sovjet-Unie. De realiteit viel hem zwaar tegen en het duurde niet lang voordat hij in conflict kwam met de autoriteiten en werd teruggestuurd naar Tsjecho-Slowakije. Het was onrustig, de Duitsers waren de Sudeten-Duitsers aan het ophitsen. Na de oorlog, die hij wonderwel overleefde, werd hij als schrijver in de ban gedaan. Hij heeft nog net kunnen meemaken dat hij werd gerehabiliteerd, kort daarop stierf hij, leukemie. Des te verbazender is het dat hij in Leven met de ster op zo’n, de ellendige omstandigheden in aanmerking nemende, lichte toon heeft geschreven over die donkere oorlogsjaren.
Waardevolle bundeling van artikelen over belangrijk proces
Iets nieuws schrijven over de Tweede Wereldoorlog is vijfenzeventig jaar na het einde daarvan nauwelijks meer mogelijk. Wellicht dat een invalshoek nog bijzonder kan zijn of een persoonlijk verhaal unieke elementen bevat maar hard nieuws lijkt er niet meer in te zitten. Over Het proces van Neurenberg is door de jaren heen ook al veel verschenen. Steffen Radlmaier had ook klaarblijkelijk niet de intentie om met groot nieuws te komen. Wat hij wel wilde en wat ook goed is gelukt is om de meest belangwekkende artikelen die over genoemd proces zijn verschenen te bundelen. Hij is dan ook niet de auteur van die stukken, maar wel degene die ze heeft verzameld. Dat is een grote verdienste die niet genoeg op waarde kan worden geschat.
Toen Roxane van Iperen in 2012 in ’t Hooge Nest ging wonen, een oude villa in Naarden, kon ze niet bevroeden wat zich met name in de oorlogsjaren in en om het huis had afgespeeld. Het is gebouwd rond 1920 in opdracht van Dirk Witte, destijds een beroemd tekstschrijver en nog steeds bekend van het lied Mensch, durf te leven. Dat is een zin die in dit aangrijpende verhaal af en toe terugkomt. Aan het begin van de oorlog werd het niet permanent bewoond. Het kwam in het vizier van verzetsgroepen die op zoek waren naar onderduikadressen. De zussen Janny en Lien Brilleslijper en hun naaste familie waren, niet voor het eerst, op zoek naar een toevluchtsoord. De kans om dit relatief afgelegen huis te bewonen grepen zij met beide handen aan.
Waarom moet ik u tegen jou zeggen? is het romandebuut van Karin Driegen (1961). Aan de universiteit van Leiden heeft ze kunstgeschiedenis gestudeerd en vervolgens heeft ze in het onderwijs gewerkt. Ze woont nu met haar gezin aan de zuidkust van Engeland. Dit verhaal is gedeeltelijk gebaseerd op het leven van haar grootouders. Het is aan hen opgedragen: “Voor mijn opa die ik nooit gekend heb. Voor mijn oma die ik liefhad.”
Kolberg was de naam van een plaats die sinds het tot Polen is gaan behoren Kolobrzeg heet. Het is ook de naam van de laatste grote propagandafilm die tijdens het nazibewind werd opgenomen. Het was een zeer kostbare productie die als belangrijkste effect sorteerde dat veel Duitsers eindelijk begonnen in te zien dat ze stelselmatig in de maling zijn genomen met loze beloften dat de oorlog nog niet verloren was. In die zin is het een memorabele film. Kevin Prenger beschrijft de geschiedenis van de plaats en besteedt uitgebreid aandacht aan de totstandkoming van de film.
Mooie mix van grote lijnen en persoonlijke verhalen
Over de Tweede Wereldoorlog zijn al ontzettend veel boeken geschreven, in allerlei soorten, maten en vormen. Het is lastig om een insteek te vinden die die periode op een andere manier benadert. Met Kerstmis onder vuur belicht Kevin Prenger deze oorlog door de kerstvieringen als uitgangspunt te nemen. Voor veel mensen is Kerstmis de belangrijkste feestdag van het jaar. In dit boek laat hij zien hoeveel moeite mensen doen om onder uiteenlopende omstandigheden er het beste van te maken en van deze dag het hoogtepunt van het jaar te maken. Gegeven de omstandigheden blijkt dat vaak een hele uitdaging die het nodige vraagt van de creativiteit van de mensen.
De Tsjech Bohumil Hrabal wordt beschouwd als één van de grootste schrijvers uit Oost-Europa. Zijn schrijfcarrière kwam pas echt op stoom vanaf 1962, hij was toen al achtenveertig. Hij ontving sindsdien een klein invalidenpensioen waardoor hij zich op het schrijven kon richten. Daarvoor had hij verschillende baantjes gehad, waaronder dat van perronchef, in 1944. Zwaarbewaakte treinen kwam uit in 1965 en speelt aan het einde van de Tweede Wereldoorlog op een klein maar wel belangrijk station. Het verhaal is opgenomen in de bundel Verpletterde schoonheid uit 2013.
Fantoompijn: “een normaal en veelvoorkomend verschijnsel na een amputatie. Na amputatie komt fantoompijn bij globaal 70% van de patiënten voor. Fantoompijn doet zich het meest voor in aanvallen die in ernst en frequentie kunnen verschillen, maar kan ook chronisch optreden en dus altijd aanwezig zijn” (bron: Wikipedia).
In De wintersoldaat van Daniel Mason komen heel wat mensen voor bij wie ledematen moeten worden geamputeerd. In overdrachtelijke zin krijgt de hoofdpersoon met dit fenomeen te maken.
Icarië. Het boek van Uwe Timm is niet vernoemd naar een Grieks eiland dat zo heet. Wel naar de fictieve communistische republiek die is vernoemd naar het boek Voyage en Icarie (uit 1840), geschreven door Étienne Cabet, de bedenker van de term communisme. Met een groepje getrouwen vertrok hij naar Texas om daar een commune op te richten waarin nauwelijks ruimte zou blijken te zijn voor een eigen identiteit. Het communisme werd tot in het extreme doorgevoerd. Het werd al snel een faliekante mislukking. Lees meer hierover.