Van de meermaals bekroonde Jane Gardam verschijnen geregeld nieuwe vertalingen en dat is altijd iets om naar uit te zien. De laatste loot aan die stam is het oorspronkelijk in 2000 verschenen en onlangs in vertaling uitgebrachte Een lange zomer vrij.
Het is inmiddels zeventig jaar geleden dat William Golding debuteerde met Lord of the flies. Dat ging niet vanzelf. Nadat het door eenentwintig uitgeverijen was afgewezen, besloot Faber & Faber het in 1954 te publiceren. Het was niet meteen een succes. Dat werd het pas na vijf jaar toen het als paperback werd uitgegeven. Inmiddels is het rum vijftien miljoen keer verkocht. Het was het begin van een groots en veelzijdig oeuvre wat hem, enigszins verrassend gezien de concurrentie van onder andere Graham Greene en Anthony Burgess, in 1983 de Nobelprijs opleverde. Atlas Contact / L.J. Veen Klassiek heeft het opnieuw uitgegeven als jublieumeditie met een voorwoord van Stephen King.
Jacqueline Harpman (1929-2012) werd geboren in Etterbeek in België. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vluchtte ze met haar familie naar Casablanca. Later werd ze psychoanalytica. In 1959 verscheen haar debuutroman en ze heeft daarna een flinke lijst romans geproduceerd. Ik die nooit een man heb gekend verscheen in 1995 en is onlangs in een herziene vertaling opnieuw uitgebracht door Orlando, een uitgeverij die inmiddels een aardige reputatie heeft opgebouwd met het (her)ontdekken van in de vergetelheid geraakte boeken en schrijfsters.
Het is een periode waarin Monica Sabolo het zwaar heeft. In huis gaat van alles mis, ze leeft in onmin met haar onderbuurman en tot overmaat van ramp dreigt ze te worden opgezadeld met de schulden die haar vader tijdens zijn leven heeft opgebouwd en die volgens Zwitsers recht overgaan op de erfgenamen, zijzelf en haar broer. Ze is toe aan een nieuw boek. Gezien de omstandigheden moet het een gemakkelijk onderwerp worden. Het resultaat zal Een clandestien leven worden, met als aanleiding de moord in 1986 door Action Directe op Georges Besse, destijds topman van Renault.
Soms zou je graag in de hoofden willen kijken van leden van een jury dan wel de juryrapporten willen inzien, al was het maar om kennis te nemen van de motivering en van eventuele discussies tijdens zo’n proces. Die wens dringt zich vooral op als een boek een prijs wint en je na lezing ervan niet begrijpt waarom. In dit geval gaat het om Lied van de profeet van Paul Lynch waaraan in 2023 de toonaangevende Booker Prize werd toegekend.
Over hoofdpersonen die worstelen met hun geloof zijn al heel wat boeken verschenen. Zo veel dat je wel van goeden huize moet komen om je te kunnen onderscheiden van wat al eerder is geschreven. Jasper Christiaan doet in zijn debuutroman De openbaring een moedige poging daartoe.
Je hebt zo van die romans die heel goed in elkaar steken, die goed geschreven zijn en verder alles in zich hebben wat een goed boek nodig heeft en die je toch niet het maximale plezier verschaffen. Zo’n voorbeeld is Lessen van Ian McEwan. Dit zal niet lijken op een recensie maar meer op een persoonlijke leeservaring waarin ik dat zal toelichten.
Af en toe verneem ik van mensen dat ze geen boeken van Nederlands(talig)e auteurs lezen omdat ze veel op elkaar lijken, dat het teveel op de auteur zelf is gericht, een verondersteld gebrek aan kwaliteit heeft en wat dies meer zij. Er zit uiteraard meer kaf tussen het koren dan bij vertaalde boeken omdat die al een selectieronde hebben moeten doorstaan, maar dat laat onverlet dat er veel goed spul tussen zit. Zo’n voorbeeld is Luister, de tweede roman van Sacha Bronwasser.
In Tijd om te gaan kaart Pia van Egmond een interessant dilemma aan: wat te doen met ouderen die niet meer van nut zijn voor de economie en geld kosten in een maatschappij die middelen tekort komt. De oplossing: mensen stimuleren om uit het leven te stappen en niet te wachten op een natuurlijke dood. Geen gehoor geven aan deze druk resulteert erin dat ouderen nutteloze paria’s zullen worden.
Bloedblaren was mijn kennismaking met Naomi Rebekka Boekwijt. Verschillende van haar collega-auteurs noemden haar zeer getalenteerd en met dat boek bevestigde zij haar kwaliteiten. Het stadium van veelbelovend was zij daarmee wel ontgroeid. De grote vraag is dan of zij dat niveau weet vast te houden. Het antwoord op die vraag geeft zij met Stemmen, dat misschien nog wel beter is.